Examensimulatie B6 – Lichten, dagmerken en geluidsseinen

Vraag 1 van 20

Dit dagmerk duidt op een:

Schip dat aan de grond zit.

Zeilschip dat op motor vaart.

Schip in bedrijf voor de visvangst.

Vraag 1 van 20

Vraag 2 van 20

Het zeilschip voert een kegel met de punt naar beneden. Dit duidt op:

Het zeilschip is aan het motorzeilen.

Het zeilschip zal van motoraandrijving gaan overschakelen op enkel zeilaandrijving.

Het zeilschip gaat een bovenwindse koers varen.

Vraag 2 van 20

Vraag 3 van 20

Deze lichten duiden op:

Ankerlichten van een groot schip.

Het achteraanzicht van een gekoppeld samenstel.

Het achteraanzicht van een duwstel.

Vraag 3 van 20

Vraag 4 van 20

Deze verlichting wordt gevoerd door:

Een schip dat vast zit aan de grond.

Een drijfnetvisser.

Een schip belast met loodsdienst.

Vraag 4 van 20

Vraag 5 van 20

Vraag 5 van 20

Vraag 6 van 20

Deze lichten zijn:

Het stuurboordzijaanzicht van een gekoppeld samenstel.

Het stuurboordzijaanzicht van een duwstel.

Het vooraanzicht van een duwstel.

Vraag 6 van 20

Vraag 7 van 20

Je bemerkt een groot schip dat bovenstaand sein toont (blauw bord met wit flitslicht). Dit schip wil:

Wil gaan keren in het vaarwater.

De bakboordzijde van het vaarwater volgen (groen op groen passeren).

Is in nood en moet achteruit slaan.

Vraag 7 van 20

Vraag 8 van 20

Deze verlichting hoort bij:

Een groot motorschip (achteraanzicht).

Een groot motorschip voor anker (bakboord zijaanzicht).

Een groot motorschip voor anker (stuurboord zijaanzicht).

Vraag 8 van 20

Vraag 9 van 20

Vraag 9 van 20

Vraag 10 van 20

Geef het juiste antwoord (schip A toont een blauw bord met flitslicht).

Schip A wil bakboord aanleggen. B kan hieraan niet meewerken.

B wil achteruit slaan.

Schip A wil bakboord op bakboord voorbij varen.

Vraag 10 van 20

Vraag 11 van 20

Dit dagmerk wordt gevoerd door een schip:

Dat beperkt manoeuvreerbaar is.

Dat in bedrijf is voor de visvangst.

Dat bezig is met laden en lossen.

Vraag 11 van 20

Vraag 12 van 20

Vraag 12 van 20

Vraag 13 van 20

Vraag 13 van 20

Vraag 14 van 20

Vraag 14 van 20

Vraag 15 van 20

Deze verlichting is van toepassing op:

Een schip met een toezichthoudende opdracht (achteraanzicht).

Een schip bezig met gevaarlijke stoffen (achteraanzicht).

Een politieschip (voor anker).

Vraag 15 van 20

Vraag 16 van 20

Vraag 16 van 20

Vraag 17 van 20

Als ik een schip volg, dat onder andere dit licht voert, hou ik:

100 meter afstand.

50 meter afstand.

10 meter afstand.

Vraag 17 van 20

Vraag 18 van 20

De lichten behoren toe aan:

Een vrijvarende veerpont (stuurboord zijaanzicht).

Een schip in bedrijf voor de visvangst (stuurboord zijaanzicht).

Een niet-vrijvarende veerpont (stuurboord zijaanzicht).

Vraag 18 van 20

Vraag 19 van 20

Dit schip:

Is een schip dat deel uitmaakt van een sleepkonvooi.

Is onmanoeuvreerbaar (aan de grond).

Is onmanoeuvreerbaar door een technisch defect.

Vraag 19 van 20

Vraag 20 van 20

Vraag 20 van 20