Iedereen die ooit in de mist heeft gevaren, weet hoe snel een rustige vaartocht kan veranderen in een spannende uitdaging. Mist kan zich snel vormen en het zicht ernstig beperken. Geen paniek, want met de juiste kennis, voorbereiding en een gezonde dosis voorzichtigheid kom je veilig aan de overkant. Laten we eens kijken naar de verschillende soorten mist, hoe je ze herkent, en wat de wet voorschrijft voor varen bij slecht zicht.
Soorten mist en hoe je ze herkent
Er zijn verschillende soorten mist die op het water kunnen voorkomen, en elk type mist heeft zijn eigen kenmerken. Als schipper is het handig om deze te kennen, zodat je weet wat je kunt verwachten.
1. Stralingsmist: Deze vorm van mist ontstaat tijdens heldere nachten en in de vroege ochtend, als er weinig wind is. De grond koelt snel af door uitstraling van de aardwarmte en de lucht daarboven, die mee afkoelt, verzadigd geraakt met water en het dauwpunt bereikt. Stralingsmist is meestal lokaal en verdwijnt vaak zodra de zon opkomt en de lucht weer opwarmt. Je herkent deze mist aan de snelle vorming tijdens de nacht en de vroege ochtend, vooral in de herfst en winter, meestal gepaard met een hogedrukgebied.
2. Advectieve mist (slootmist): Deze mist ontstaat wanneer warme, vochtige lucht over een koud wateroppervlak stroomt (bijvoorbeeld warme lucht over koud zeewater). Deze lucht koelt snel af tot op of onder het dauwpunt. Het is typisch voor kustgebieden en kan langer aanhouden dan stralingsmist. Advectieve mist kan heel plotseling opkomen en zich snel over een groot gebied verspreiden. Je ziet deze mist vaak bij een koude zeebries en warme luchtstromen.
3. Grondmist: Deze vorm van mist zweeft laag boven het wateroppervlak, beneden ooghoogte en beperkt het zicht meestal alleen dicht bij de grond. Het kan behoorlijk verraderlijk zijn, omdat het zicht boven het water opeens heel slecht kan worden, terwijl het verderop helder lijkt. Grondmist ontstaat vaak na regen of nachten met weinig bewolking en wanneer de lucht dicht bij het wateroppervlak snel afkoelt. Ook in valleien kan met dit fenomeen aantreffen (valleimist).
4. Stoommist: Deze mist ontstaat wanneer 2 luchtmassa’s met verschillende temperaturen en vochtigheidsgraad met elkaar vermengd worden. Wanneer vocht deze gemengde lucht verzadigt, ontstaat stoommist. Waait de koude lucht bijvoorbeeld over warmer water, zal het water als het ware ‘stomen’. Dat zie je vaak boven rivieren, meren en kustwateren in de vroege winterochtenden. Het lijkt alsof het water kookt, terwijl het in werkelijkheid gewoon een extreem temperatuurverschil is. Dit soort mist kan heel dicht zijn.
5. Zeemist: Speciale vorm van advectiemist, die ontstaat wanneer er warme lucht wordt aangevoerd over een koud zeeoppervlak. Dit gebeurt vaak in het voorjaar of tijdens de zomer, wanneer er een zeebries opsteekt. Dit windje, komende vanop zee, voert dan warme lucht over een relatief koud zeeoppervlak. Deze lucht koelt snel af en het weer kan zomaar omslaan van een stralend zonnetje naar grijs en veel frisser weer op heel korte tijd. Dit wordt ook ‘zeevlam’ genoemd.
Wanneer geldt slecht zicht?
Hier is gezond verstand van belang. In iedere situatie waar je de lichten van je wagen zou aansteken zoals bij hevige regenval, mist, sneeuw, zandstorm en dergelijke hou je best de regels voor slecht zicht in acht. Dit is niet alleen om jezelf, maar ook andere schippers te beschermen. Zodra het zicht onder deze grens zakt, moet je maatregelen nemen.
Het varen bij slecht zicht wordt in België en Nederland als volgt geregeld:
Op de Binnenwateren:
- Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart op de Binnenwateren (APSB)
- Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en Rijnvaartpolitiereglement (RPR)
Op Zee:
- Internationaal Aanvaringsreglement (IAR), ook wel BVA (Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee) of COLLREGS (Collision Regulations) genoemd en het SRW (Scheepvaartreglement Westerschelde)
De belangrijkste regels zijn als volgt:
1. Geluidsseinen: Zodra het zicht beperkt is tot minder dan 1 kilometer, ben je verplicht om de opgelegde geluidsseinen te respecteren.
2. Snelheid aanpassen: Bij slecht zicht moet je je snelheid aanpassen. Dit betekent in de praktijk dat je langzaam moet varen, zodat je voldoende tijd hebt om te reageren op obstakels of andere boten die plotseling tevoorschijn komen. Te snel varen bij slecht zicht wordt gezien als ‘gevaarlijk gedrag’ en kan leiden tot een flinke boete.
3. Radar en marifoon: Wanneer je in mist vaart, is het gebruik van radar en marifoon essentieel. Schepen die radar aan boord hebben, moeten deze inschakelen om andere vaartuigen en obstakels te kunnen detecteren. Via kanaal 10 kan je op de marifoon je positie melden en luisteren naar andere schepen in de buurt. Dit helpt om botsingen te voorkomen.
4. Boetes bij overtredingen: Het niet naleven van deze regels kan resulteren in stevige boetes. Denk hierbij aan boetes van enkele honderden euro’s, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Veiligheid staat voorop, en de regels zijn er om ongelukken te voorkomen.
Even wachten is soms beter
Mist kan soms uren blijven hangen, en er is geen garantie dat het snel optrekt. Als de mist echt te dik is, kan het verstandiger zijn om een veilige plek op te zoeken en te wachten tot het zicht beter wordt. Geduld kan in deze situaties levens redden.
Conclusie
Varen in de mist kan uitdagend zijn, maar met een goede voorbereiding, de juiste apparatuur en een beetje geduld kom je veilig door de mist heen. Zorg dat je je snelheid aanpast, gebruik maakt van je radar en marifoon, en vergeet je geluidsseinen niet. En als de mist te dik wordt, wees dan niet bang om even een pauze in te lassen.
Veilige vaart, en hopelijk zie je de zon snel weer door de mist heen breken!